Behandeling Onderwijsbegroting Tweede Kamer

De Tweede Kamer ging met elkaar en ministers Dijkgraaf en Wiersma (beide OCW) in debat over de begroting van het ministerie van OCW.

Grip op het onderwijs

Een groot deel van het debat over de onderwijsbegroting ging over meer grip op het onderwijs. Veel Kamerleden uitten kritiek op de lumpsum financiering. Door dit stelsel is er volgens hen weinig ruimte voor sturing vanuit de overheid. De Kamer heeft daarom de motie van Beertema (PVV) aangenomen. Deze motie verzoekt de regering het huidige bestuursmodel te evalueren en te onderzoeken hoe het primaat van de politiek hersteld kan worden en daarbij ook de voor- en nadelen van de lumpsumfinanciering kritisch te bezien.

Minister Wiersma gaf aan dat er op dit moment een onderzoek loopt naar het versterken van de sturing op de onderwijskwaliteit. Volgend jaar zijn de resultaten hiervan bekend.

Lerarentekort

Ook in het kader van het lerarentekort vinden de Kamerleden dat de overheid meer regie moet pakken. Zo zijn er twee moties, van van Meenen (D66) en De Hoop (PvdA) c.s. die de minister verzoeken meer regie te voeren op samenwerking tussen school besturen in de bestrijding van het lerarentekort en een motie van Kwint (SP) die de minister oproept in het wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid te regelen dat leraren bij goed functioneren na een jaar altijd een vast contract krijgen aangenomen.

Verder was er op dit onderwerp veel aandacht voor het voorkomen dat zij-instromers en nieuwe leraren het onderwijs verlaten. Zo is de motie van Kamerleden El Yassini en Paul (beide VVD) aangenomen, die de regering verzoekt kaders te stellen ten aanzien van het begeleiden van nieuwe leraren en hierin de samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen te verankeren en daarnaast afspraken te maken met sociale partners over het behoud van zijinstromers en nieuwe leraren.

Basisvaardigheden

Verder is in het debat veel aandacht geschonken aan de basisvaardigheden. Minister Wiersma gaf al aan dat hij ziet dat het ergens knelt tussen de middelen die nu naar het onderwijs gaan en de resultaten die worden behaald. Het kabinet bereid daarom een aparte geldstroom voor voor basisvaardigheden.

Uit de Kamer kwam vooral de roep om het formuleren van heldere doelen. Zo is een motie van Peters (CDA) en Pouw-Verweij (JA21) aangenomen die de regering verzoekt om glasheldere doelen voor taal en rekenen te formuleren, waarbij taal en rekenen stevig verankerd moeten worden in andere vakken en leergebieden.

Overige onderwerpen

Tijdens het debat werd er ook kort ingegaan op de kinderopvang. De Hoop (PvdA) en Simons (BIJ1) vinden dat kinderopvang niet enkel dient om ouders tijd te bieden om te kunnen werken. Zij hebben daarom een motie ingediend die de regering verzoekt tot een voorstel te komen waarin het belang van het kind zowel in didactief perspectief, als in het kader van kansengelijkheid wordt meegenomen. Deze motie is aangenomen.

Tot slot worstelt de Kamer met de hoge reserves van een aantal samenwerkingsverbanden. De motie van Westerveld (GroenLinks) c.s. die oproept de bekostiging van samenwerkingsverbanden met hoge reserves te verlagen en dit geld in plaats daarvan uit te geven aan passend onderwijs is met steun van bijna de gehele Kamer aangenomen.

Klik HIER voor de lijst met ingediende moties bij het debat.

Behandeling Onderwijsbegroting Tweede Kamer