Onderwijsadviesbureaus zijn ontstaan uit plaatselijke initiatieven voor de ondersteuning van leerlingen en scholen. Structurele duurzame onderwijsadvisering bestaat inmiddels ruim 50 jaar.
Zorg voor individuele leerlingen
In de negentiende eeuw, toen de invloed van de Rijksoverheid op onderwijsbeleid nog niet groot was, bekostigden een aantal gemeenten al medische en pedagogische zorg voor kinderen. Na de tweede wereldoorlog ontstonden de eerste schoolpsychologische diensten, medisch-opvoedkundige bureaus en instellingen voor schoolmaatschappelijk werk. Zo ontwikkelden zich op gemeentelijk niveau verschillende ondersteuningsvormen voor het onderwijs, veelal gericht op de zorg voor individuele leerlingen.
De school als systeem
Vanaf 1954 volgden talrijke plaatselijke en regionale initiatieven met benamingen als: schoolpedagogische dienst, onderwijsadviescentrum, schooladviesdienst, onderwijsbegeleidingsdienst of schoolverzorgingsdienst. De hulp werd nu meer gericht op de school als systeem: optimalisering van de schoolloopbaan van alle leerlingen, advisering aan leerkrachten, introductie van nieuwe methodes en de begeleiding van schoolteams. Tot 1975 werden zo’n 64 onderwijsbegeleidingsdiensten opgericht. De gemeenten richtten schoolbegeleidingsdiensten op voor het gehele onderwijs.
Gemengde financiering
Met de invoering van de Rijksregeling subsidiëring schoolbegeleiding in 1981 ontstond voor het eerst een recht op betaling van een deel van de kosten door het Rijk (door middel van een vast bedrag per leerling). Het landelijke budget voor onderwijsbegeleiding werd via de gemeenten omgezet naar begeleidingsuren op een school. De regionale onderwijsbegeleidingsdiensten maakten met de school afspraken over de uitvoering van deze uren. Elke school had een eigen onderwijsbegeleidingsdienst en er was een landelijk dekkend netwerk van diensten.
Vraagfinanciering schoolbegeleiding
Op 1 augustus 2006 trad de Wet vraagfinanciering schoolbegeleiding in werking. Scholen krijgen vanaf 1 augustus 2006 één budget van het rijk (in plaats van verschillende subsidies met daar aan verbonden regels). Het geld voor onderwijsbegeleiding gaat nu rechtstreeks naar de scholen. Daarmee veranderde de positie van de onderwijsbegeleidingsdiensten/-adviesbureaus. Van een gesubsidieerde organisatie met scholen die verplicht bij hen moesten afnemen, zijn adviesbureaus voor onderwijs en jeugdhulp nu private partijen met een publieke doelstelling op een markt met een groeiend aantal toetreders.