Blog: De dyslexie-industrie – waar een markt is, is een weg

De online onderzoeksjournalistieke beweging Follow the Money publiceerde zaterdag 1 juni 2019 een artikel over de dyslexie-industrie.

De leden van EDventure, en daarbinnen de leden die samenwerken binnen de coöperatie Onderwijszorg Nederland (aanbieders van dyslexiebehandelingen) hebben een maatschappelijke missie en werken zonder winstoogmerk. In de regio komen wij regelmatig partijen tegen die wel een winstoogmerk hebben en ook vanuit die drive opereren. Het is een ‘industrie’ die de kans krijgt omdat scholen er steeds minder in slagen achterstanden waar kinderen mee binnenkomen of die gedurende de schoolloopbaan ontstaan weg te werken. De oorzaken hiervan zijn legio en al langer bekend. Lerarentekort, werkdruk, geen tijd voor professionalisering en het onvoldoende benutten van de infrastructuur die scholen helpt om wetenschappelijke inzichten toe te passen in de dagelijkse onderwijspraktijk.

Er zijn grofweg twee grote problemen die we met elkaar moeten oplossen willen we ooit de taalvaardigheid van onze kinderen weer op niveau krijgen:

1. Kwaliteit van de behandelingen van kinderen met ernstige enkelvoudige dyslexie (EED)
In het artikel in FTM wordt in twijfel getrokken of er bij dyslexie wel een neurologische afwijking is waar te nemen. De meningen zijn hier zeer over verdeeld. Lees- en spellingsproblemen worden ook in het internationaal erkende en gebruikte handboek DSM als zodanig erkend. Hoe dan ook, feit is dat sommige kinderen (rond de 3% van de kinderen) zo’n ernstige taalachterstand hebben opgelopen (in hun schoolcarrière) dat dit alleen opgelost kan worden door intensief en onder begeleiding van een expert te oefenen, te oefenen en te oefenen. De expert hier is een gedragswetenschapper of logopedist en het oefenen noemen we een behandeling. Als een probleem zo diepgeworteld is geraakt, is het alleen nog door gerichte en specialistische begeleiding op te lossen. En ja, dat kost geld.

Tarieven vs. kwaliteit
Ook leden van EDventure bieden onder de naam Onderwijszorg Nederland dyslexie-behandelingen aan. Wij distantiëren ons echter van de ‘industrie’. Want dát er iets bestaat als een dyslexie-industrie is an sich geen nieuws. Je ziet dit vaker bij sectoren waar het oplossen van maatschappelijke problemen aan de markt wordt overgelaten. En je ziet het vaker in die sectoren waar tarieven de doorslag geven bij het gunnen van aanbestedingen. En iedereen weet dat de Jeugdzorg-budgetten niet toereikend zijn, dus kijken gemeenten zeker bij deze aanbestedingen naar tarieven. De grote jongens kunnen hierin mee, want massa vult de kassa. En hier zetten wij vraagtekens bij. Want hoe creëer je massa? Juist, kinderen zonder EED wel doorlaten naar een bekostigde behandeling. En wil je kinderen met EED toch kostendekkend voor een lager tarief behandelen? Geen probleem. De behandeling doe je dan in groepsverband, volledig digitaal of door goedkopere professionals. Ook veel zzp’ers met niet wetenschappelijke behandelingen hebben de markt ontdekt. Kees Vernooij doet in het artikel in FTM hier terecht ook zijn beklag over. Of het kind aan het einde van de rit dan écht geholpen is? Die vraagt wordt vaak niet gesteld of in ieder geval niet beantwoord, zoals ook uit het artikel van FTM blijkt.

Het Nederlands Kwaliteitsinstituut: een gedwongen huwelijk?
Het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie is op dit moment het enige instituut dat zich inspant om overall in Nederland de kwaliteit van de dyslexiepraktijken in kaart te brengen. Iemand moet de werkzaamheden van dit instituut betalen en dat zijn op dit moment de aanbieders. De leden van ONL zijn kritisch op dit instituut, maar voelen zich wel verplicht zich aan te sluiten omdat veel gemeenten dit eisen in de aanbestedingen. Een klein aantal gemeenten eist nu om outcome gegevens aan te leveren aan CBS. Een betrouwbaar alternatief? En misschien iets voor de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd om zich hierop te gaan richten?

2. Vangnet voor kinderen zonder EED, maar met een lees- en/of spellingsachterstand
Deze blog schreven we niet om het RID of andere op winstgerichte bedrijven in de dyslexiezorg te verdedigen. Maar feit is wel dat voor veel ouders (en hun kinderen) bedrijven als het RID de oplossing bieden waar ze jaren op hebben gewacht. Ouders zijn vaak de wanhoop nabij, want na jaren steggelen met school weten zij vaak niet meer wat ze nog moeten doen om hun kind bij te laten spijkeren. En daar ligt ook de sleutel van de oplossing. Bedrijven als het RID springen in op een vraag. Zij verzinnen geen lees- en spellingsproblemen. De kinderen die bij hen aankloppen hebben wel degelijk een achterstand. Maar hoe komt het dat ze daar aankloppen? Hoe is het zover gekomen? Zouden we er niet voor moeten zorgen dat de markt überhaupt niet bestaat, door de lees- en spellingsproblemen bij de kiem op te pakken? Dan is het dyslexieveld in een rap tempo niet meer interessant voor private equity owned bedrijven, en blijven de organisaties met een maatschappelijke missie over.

Onderzoek onder onze leden leert dat we van de aangemelde kinderen circa 19% afwijzen voor behandeling. Deze kinderen hebben geen EED, maar wel degelijk een grote taalachterstand. Ze hebben snel goede begeleiding nodig om te voorkomen dat zij nog verder op achterstand komen met alle gevolgen van dien. Op dit moment is er formeel niets geregeld om deze kinderen toch verder te helpen. Onze leden voeren ook bij afwijzing altijd een gesprek met de school en vaak ook de ouders, maar daarna is de school weer volledig aanzet om de taalachterstand aan te pakken. Dezelfde school die het kind eerder aanmeldde wegens vermoedens van dyslexie. Dezelfde school ook die zelf geen mogelijkheden meer zag dit specifieke kind bij te spijkeren. In de praktijk betekent dit dat ouders die tussen de €2.500 en €4.000 op de plank hebben liggen zelf een behandeling inkopen. Ouders die deze middelen niet hebben staan met de rug tegen de muur. Een ander vangnet voor hun kind is er niet. Uit intervisiegesprekken met behandelaars komt dit regelmatig naar voren. Zij staan voor een groot dilemma. Niet behandelen betekent vaak geen hulp, wel behandelen mag niet. Een gemiste kans om te voorkomen dat deze kinderen uiteindelijk laaggeletterd van school gaan.

Hoe nu verder?
Taalvaardigheid is al decennialang het zorgenkindje van ons onderwijs en van de samenleving als geheel. Het lukt ons simpelweg niet om de wetenschappelijke inzichten die er zijn over het leren lezen en schrijven structureel en gestructureerd toe te passen. Met circa 2,5 miljoen laaggeletterde volwassenen tot gevolg. Rijksoverheid: het is tijd voor regie op dit hoofdstuk!

  1. Een stevige basis voor alle kinderen van 0-4 jaar: we weten dat hier de basis wordt gelegd voor taalontwikkeling en dat als dit niet gebeurt er een achterstand kan ontstaan die veel meer tijd kost om nog in te halen op latere leeftijd. Benut de kansen die hier liggen. Het bespaart veel belastinggeld later.
  2. We weten welke scholen een bovengemiddeld aantal kinderen aanmelden voor een diagnose/behandeltraject. Daar kunnen (moeten!) we iets mee. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap weet dit, maar ziet onvoldoende aanknopingspunten om dit aan te pakken. Wij wel. Worden van een bepaalde school een bovengemiddeld aantal kinderen aangemeld voor een dyslexie behandeling. Biedt deze school dan verplichte ondersteuning aan om het taalbeleid te verbeteren. Dat dit kan laat het onderzoek van Vernooy uit 2007 zien. Sluit de deuren voor salesmanagers die behandelingen verkopen. En zet hiervoor ook niet alleen dyslexie-behandelaren (gedragswetenschappers/logopedisten) in die kinderen een-op-een begeleiden, maar onderwijskundigen die de school kennen, vertrouwen hebben van de leerkrachten en ervaring hebben met het integraal verbeteren van taalbeleid in alle groepen voor alle professionals in de school. Label dit geld en stel het alleen beschikbaar als er een goed – door het team gedragen en resultaatgericht – plan aan ten grondslag ligt waarbij aantoonbaar een (erkend) onderwijsexpert bij betrokken is.
  3. Those who know have the duty to act (Albert Einstein). And we know: we kennen vele kinderen bij voornaam, achternaam, zelfs bij BSN nummer met een taalachterstand maar zonder ondersteuning. Minister van OCW, laat deze kinderen niet langer door onze handen glippen. Ontwikkel een actieplan, leidraad en financiële ruimte voor die kinderen die geen EED hebben maar wel een grote taalachterstand en nu wel degelijk snel toegang moeten krijgen tot professionele ondersteuning. Geen pleidooi om de doelgroep onder de Jeugdwet op te rekken. Wel een pleidooi om niet langer kinderen in de kou te laten staan.
  4. Kijk bij aanbestedingen niet alleen naar prijs. Al is de druk nog zo hoog. Het inhuren van een wetenschappelijk opgeleide behandelaar is nou eenmaal niet gratis. Zorg er wel voor dat je doorvraagt bij aanbestedingen naar vraagt of de aanbieder warme contacten heeft met de scholen in de regio en hoe ze de nazorg met de school regelt. En for the record een relatie is meer dan een salesmedewerker die behandelingen ‘verkoopt’. Begrijpt de behandelaar de school, weten ze wat er verder speelt op de school? Kunnen ze ook helpen om het taalbeleid van de school te verbeteren, enz. En verdiep je in de missie van de organisatie. Is dit een maatschappelijke? Of is de missie aandeelhouderswaarde verhogen? Een aansluiting bij het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie geeft deze garantie niet automatisch.

Margreet de Vries

 

Blog: De dyslexie-industrie – waar een markt is, is een weg