Vragen van scholen over afstandsonderwijs

Vragen? Stel ze tijdens de gratis online spreekuren van onze leden.

Wat kan ik thuis doen met kleuters?

Het Jonge Kind team van OnderwijsAdvies: ‘Spel is voor jonge kinderen dé manier om te ontdekken, zich te ontwikkelen, te leren. Pedagogisch medewerkers en leerkrachten van de groepen 1-2 stimuleren dit spel nog meer door, met de kinderen, thema’s uit te werken waarin (leer)doelen worden verwerkt. Het is ook goed als ouders deze thema’s blijven volgen en op de hoogte zijn van de doelen.’

Voor spelend leren zijn onderstaande uitgangspunten belangrijk:

  • Aansluiten bij de belevingswereld van jonge kinderen; maak bijvoorbeeld een bakkershoekje in de keuken en ga koekjes bakken. Al pratend kun je werken aan de taalontwikkeling/ woordenschat, en meten en wegen is goed voor het rekenbegrip.
  • Uitgaan van een betekenisvolle context; kies een onderwerp dat kinderen aanspreekt en uitdaagt. De thema’s waar de school mee werkt zijn daarbij een goed uitgangspunt. Als je naar buiten gaat kun je bijvoorbeeld praten over de lente en de namen van vogels, bomen, planten en dieren benoemen.
  • Spelen en werken met echte materialen; ga aan de slag met materialen die je in en rondom het huis kan vinden. Kinderen vinden het reuze interessant om met ‘grote mensen’ spullen te spelen. Mits veilig voor je kinderen kun je denken aan keukenspullen, spullen uit de schuur, tuingereedschap enz. Laat hen bijvoorbeeld zelf een speelhoek inrichten, dit stimuleert hun fantasie en creativiteit. Je kunt daarbij denken aan een restaurant, bouwmarkt en voor buiten een bloemenwinkel of tuincentrum. In de ouderbrief over spel vind je voorbeelden hoe je kinderen spelend kunt laten leren. Zelf een ‘knopenwinkeltje’ maken nodigt bijvoorbeeld uit tot vergelijken, ordenen en tellen.
  • Zelf ontdekken; geef kinderen de ruimte om te handelen en hierdoor te ontdekken. Praat  erover met je kind. Inzicht komt door handelend en experimenterend bezig zijn en je kind te laten verwoorden wat het ontdekt.

Het is belangrijk om niet te veel in het platte vlak te werken. Houd het spelend, beloon initiatief van kinderen en stimuleer je kind om problemen zelf op te lossen’.

Zie hier voor meer tips.

Hoe manage je de groep tijdens afstandsonderwijs?

Wim van den Bosch – Driestar educatief: ‘Het managen van de groep tijdens afstandsonderwijs is een uitdaging. Een belangrijk aspect hierin is het stimuleren van de betrokkenheid van leerlingen op de online les. Je kunt ervan uitgaan dat leerlingen dat geactiveerd moeten worden. Als leerlingen niet geactiveerd worden, activeren ze doorgaans zichzelf. Het is dan alleen de vraag in hoeverre dit dan betrekking heeft op de les. Zorg daarom dat ze gezien worden en snel feedback krijgen. Hieronder geef ik wat tips:’

  • Zorg voor voldoende interactie, maak bijvoorbeeld gebruik van de chatfunctie tijdens de call en ga in op de vragen en opmerkingen van de leerlingen.
  • Spreek met elkaar voor de les de regels af: een nettiquette.
  • Geef aan dat leerlingen het bespreekbaar maken (met leraar/ouders) wanneer ze online door anderen vervelend behandeld worden.
  • Zet in de chat een poll uit met bijvoorbeeld een vraag of stelling zodat leerlingen kunnen reageren. Dit is in MS Teams mogelijk met MS Forms.
  • Geef een voorbereidingsopdracht voor de les en behandel deze opdracht tijdens de les. Voordeel hiervan is, dat leerlingen vooraf de stof al hebben verkend, zodat meteen de diepte kan worden opgezocht.
  • Werk met een gezamenlijke OneNote pagina. Hierop kunnen alle deelnemers mee typen. Bijvoorbeeld door op de OneNote pagina een onderwerp te plaatsen waarop leerlingen kunnen reageren. Zo ontstaat er een woordveld.
  • Maak vooraf subgroepjes aan. Tijdens de les gaat de groep met een opdracht uiteen in subgroepjes en volgt er een plenaire terugkoppeling.
  • Verdeel de les in korte blokjes van 10-15 minuten.
  • Houd instructiefilmpjes kort (maximaal 5 minuten). Beter twee korte filmpjes dan een lange.
  • Online toetsen is in MS Teams mogelijk met MS Forms. Na een korte plenaire toelichting kan de toets worden geactiveerd en kunnen leerlingen de vragen beantwoorden. De leraar bepaalt zelf de start en het einde. Vragen kunnen in willekeurige volgorde worden gegeven om het lastiger te maken voor leerlingen om de toets samen te maken. Feedback per leerling is meteen bekend.
Wanneer moet ik de CITO-LOVS toetsen afnemen?

Arie Visser van Driestar educatief: ‘Scholen zijn bezig met de terugkeer van hun leerlingen. In juni staan de Cito-LOVS op de hoofdvakken (begrijpend lezen, technisch lezen, spelling, woordenschat, rekenen) op de planning. Scholen worstelen met de vraag of deze nu wel of niet moeten worden afgenomen? Of later? Samen met een groep onderwijsadviseurs van Driestar educatief en gebruik makend van wat de Cito hier zelf over zegt hebben we scenario’s opgesteld. Voor de scholen zelf is het belangrijk om de vraag te stellen wanneer wil je de Cito-LVS toetsen afnemen: moet welk doel doen we dit nu?  Waarom willen we de betreffende toets afnemen?  Het is aan de scholen om te overwegen welke (combinatie) van scenario’s het beste bij hen past. ‘

1. Besef dat de afname van de Cito-LVS toetsen nu geen plicht is. De Centrale Eindtoets primair onderwijs voor groep 8 gaat ook niet door. Niemand zal je iets verwijten als je een ronde van de LVS-toetsen zou overslaan. De uitslag zal namelijk niet zoveel zeggen als in de gewone situatie. Daarbij komt, dat als de leerlingen terug zullen komen op school er vooreerst meer prioriteit gegeven zal moeten worden aan de opvang van de leerlingen en aspecten van groepsvorming. In dat licht staan de LVS-toetsen echt op plan B. Bovendien geldt dat het beeld van een leerling niet staat of valt met een paar toetsen.

2. Een meting met de Cito-LVS toetsen van juni 2020 (de zgn. E-toetsen) kan wel een goede meting van de beginsituatie zijn waarmee de kinderen weer op school starten. Dus in dit opzicht kan afname zinvol zijn. Je moet de uitslag van de toetsen op de verschillende vakgebieden dan vooral analytisch bekijken. Leidende vragen daarbij kunnen zijn.

  • Waar staan de leerlingen nu?
  • Waar hebben ze nog moeite mee?
  • Wat lukt juist wel?

Bedenk in deze situatie wel dat dit communicatie met de ouders van de school zal vragen, omdat de uitslagen op de LVS-toetsen minder absoluut geïnterpreteerd kunnen worden (dit is mijn kind en hier staat mijn kind t.o.v. leeftijdgenoten). Maar de meting zoals in deze optie beschreven, geeft de leerkracht een beeld waar de groep zich bevindt na een poos geen regulier onderwijs te hebben ontvangen.

3. Als de scholen in de eerste helft van mei weer open gaan, is het een goede mogelijkheid om de LVS toetsen wat verderop in de maand juni of begin juli af te nemen (de E-toetsen). Zo hebben de leerlingen half juni ongeveer een maand onderwijs op school gehad. Interpreteer de uitkomsten vooral met als doel je onderwijsaanbod in de laatste periode van dit schooljaar vorm te geven en wat de start in het nieuwe schooljaar dan van het onderwijs in de volgende jaargroep vraagt.

4. Je kunt de afname van de Cito-LVS E toetsen vooruit schuiven naar het begin van het volgende cursusjaar (denk bijv. aan een afname in september of begin oktober 2020). De Cito zorgt in dit geval zelf voor aangepaste normeringen, die deze afname ondersteunen. Met die informatie van september/oktober 2020 kan je dan op weg naar D.V. januari/februari 2021.

5. Met betrekking tot de leerlingen die nu in groep 7 zitten, is het volgende nog de overdenking waard i.v.m. de totstandkoming van het (voorlopig) schooladvies. Een tip is om voor deze groep naast de LVS E-afname in juni de Entreetoets af te nemen in september 2020 om zo een evenwichtiger basis te krijgen voor het (voorlopig) schooladvies. De Entreetoets meet alle basisvaardigheden en geeft een goede voorspelling van een passend brugklastype. De Cito zorgt er zelfs voor dat de Entreetoets nog tot de herfstvakantie afgenomen kan worden.

6. Cito zelf noemt als optie als de scholen in mei weer open gaan, om de Entreetoets groep 7 in september af te nemen, dus begin groep 8. Neem de LVS E-toetsen van groep 7 ook af, in juni. Als je de LVS-afnames in juni hebt gedaan, kun je voor de Entreetoets in september volstaan met de module Basis. Deze geeft een vooruitblik met het best passende brugklastype. Eventueel kun je ook juist nu de module Intelligentietest inzetten, waarmee een verschil tussen capaciteiten en leervorderingen opgemerkt kan worden.

7. Cito adviseert om als school sterker te overwegen om op maat te toetsen. Toets op maat bij leerlingen die bijvoorbeeld thuis minder of niet gebruik hebben kunnen maken van het thuisonderwijs. Kies een (tussen)toets die een kwartjaar boven de laatste toets ligt. Bijvoorbeeld i.p.v. E6 de M6/E6 toets. Doordat al de toetsen op dezelfde vaardigheidsschaal liggen, krijg je een mooie doorgaande lijn zonder de leerling te frustreren.

8. Cito heeft zelfs nagedacht over het thuis afnemen van de Cito toetsen. Ze hebben besloten dit niet te doen door het ontbreken van een gecontroleerde afname-omgeving.

Vragen of meer informatie? Neem dan even contact op met onderwijsadviseur Arie Visser.

Hoe houd je oog voor het welbevinden van de leerlingen bij onderwijs op afstand?

Alette Pouwelse van Driestar educatief: ‘Bij onderwijs op afstand ben je als leerkracht bij (online) contact geneigd om meteen richting instructie te gaan. Blijf ook alert op het welbevinden. Leerlingen die goed in hun vel zitten staan meer open voor leren. Voor de leerlingen kun je bijvoorbeeld een online kringgesprek organiseren, dit is mooi voor het groepsverband. Niet voor iedere leerling is dit de beste manier om te uiten.  Door bijvoorbeeld bij (online of telefonisch) contact  belangstellend te informeren, luisteren, doorvragen en samenvatten, krijg je een beeld van wat er speelt. Betrek hierbij ook de ouders. Samen met ons onderzoekscentrum en enkele orthopedagogen, hebben we de beknopte handreiking In gesprek blijven met kinderen en ouders opgesteld. Met als focus onderhoud de relatie met je leerlingen en hun ouders, zicht op hun welbevinden en beter zicht op hun thuissituatie. Deze handreiking geeft leerkrachten en intern begeleiders tips voor een goed gesprek op afstand en hoe je contact kunt houden met je groep. Ook bevat de handreiking voorbeeldvragen die helpen om in kaart te brengen waar leerlingen en ouders tegenaan lopen en wat ze nu nodig hebben. De handreiking wil je helpen de juiste ondersteuning te bieden en samen met ouders en kinderen afspraken te maken. Deze handleiding is inzetbaar tijdens afstandsonderwijs, maar ook hierna.‘ 

Bekijk hier de handleiding

    Hoe geef ik invulling aan het mentoraat ?

    Elard Pijnaken van BVS-schooladvies: ‘De lessen op het voortgezet onderwijs zijn allemaal op afstand. Hoe kun je het mentoraat op afstand vorm geven? Ik geef je graag enkele tips en een praktijkvoorbeeld.’

    Houd contact

    • Met de mentorgroep. Plan contactmomenten in. Bijvoorbeeld eenmaal per week  voor de hogere leerjaren. Voor de lagere leerjaren drie keer per week. Het contact is met de hele mentorgroep. Per keer kun je een thema behandelen of vraag leerlingen om (in tweetallen) een thema voorbereiden. Het contactmoment kan via videocall (Meets/Teams/Zoom et cetera). Zorg ook dat er aan het einde van de call voor de leerlingen gelegenheid is om in groepjes (breakoutrooms) ervaringen met elkaar te delen.
    • Door spreekuren. Richt spreekuren in toegankelijk voor alle leerlingen. Maak dit laagdrempelig en communiceer hier ook met ouders over.
    • Met de individuele leerling. Zorg dat je wekelijks alle leerlingen hebt gesproken (dit kan ook bellenderdwijs).
    • Met de ouders. Denk na over op welke wijze je ouders betrekt en wanneer je en hoe je bereikbaar voor hen bent.
    • Blijft een leerling uit beeld? Schakel direct ouders, zorgcoördinator en teamleider in. Volg daarbij de procedure die door de school is opgesteld.

    Opdrachten

    • Voorbeelden thema’s mentoraat: ‘doe wekelijks iets voor een ander’ en maak een filmpje/foto hiervan en deel deze tijdens het collectieve moment. ‘Laat op toerbeurt de gevolgen van de coronacrisis beschrijven binnen het gezin’. ‘Spreek een klassenchallenge af; zoals leren jongleren met drie, vier of vijf ballen’ of iets anders dat vanuit huis geoefend kan worden en toch verbindend werkt omdat iedereen dit doet. Zie voor meer informatie dit praktijkvoorbeeld inclusief opdracht. 
    • Werk met maatjes (iedereen zorgt ook een beetje voor elkaar).
    Hoe kunnen ouders voor meerdere kinderen in het gezin thuis onderwijs organiseren?

    Elard Pijnaken van BVS-schooladvies: ‘ Van ouders die thuisonderwijs moeten begeleiden, wordt veel gevraagd. Soms vindt deze begeleiding plaats naast het thuiswerken. Onlangs sprak ik een ouder van een gezin met kinderen van verschillende leeftijden, waarvan één op de middelbare school zit. Onduidelijk was met welke vraag deze moeder onze helpdesk benaderde. Bij het doorvragen, bleek dat zij zich schaamde voor het feit dat ze haar kinderen niet goed aan het werk kon krijgen. Vooral de puber vond de nieuwe situatie lastig, wilde niet starten met eigen schoolwerk en stoorde de jongere kinderen tijdens hun werk. Ik denk dat dit wel herkenbaar is voor meerdere ouders. Hoe zorg je ervoor dat iedereen aan zijn schoolwerk komt? En hoe houd je hen gemotiveerd?  Maar vooral; hoe zorg je ervoor dat de sfeer thuis positief blijft. De volgende tips zouden hierbij kunnen helpen.’

    • Neem contact op met school.  Praten met (en mogelijk ook zien van) de juf of meester over de nieuwe situatie vinden kinderen prettig en kan gerust stellen. Voor middelbare scholieren kan contact opnemen met de mentor helpen. De mentor kan duidelijk maken dat schoolwerk een vast en verplicht onderdeel is van de dag ondanks dat de school is gesloten. De mentor -in plaatst van de ouders- spreekt dan namens de school. Dat zorgt voor een scheiding tussen school en thuis.
    • Stel een dagschema op. Middelbare scholieren kunnen een ander dagritme hebben. Maak samen een dagschema waarin er rekening wordt gehouden met het dagritme. Laat uw kind dus zelf mee bepalen wanneer het huiswerk wordt gemaakt en wie er wordt benaderd ( leraar, ouder etc) als het niet lukt. Op deze manier creëer je eigenaarschap over het leerproces.  Ook andere activiteiten krijgen een plek op het dagschema, zoals hobby’s, huishoudelijke klusjes etc. Per dag kun je vragen aan het kind of het  tevreden is over het volgen van het leerschema of dat er de volgende dag bijgesteld moet worden en wat ervoor nodig is wanneer het kind wel tevreden is. Vier de successen! Geef complimenten.
    • Laat de oudere kinderen de jongere kinderen helpen.  Als de oudere kinderen klaar zijn met hun schoolwerk kunnen zij ook de jongere kinderen helpen.  Een duidelijke verantwoordelijkheid hierin doet oudere kinderen groeien. ‘Jij bent zo goed in Engels zou jij je zusje hier elke dag een kwartiertje mee helpen.’ Dit kan de ouders ook ontlasten. 
    • Praat met je kinderen over de coronacrisis. Het is belangrijk om met je kinderen te bespreken wat de coronacrisis voor hen betekent, maar ook voor jou. Je kunt proberen te onderzoeken wat de behoefte is van je kinderen en wat zij nodig hebben om binnen deze context te kunnen functioneren. Ook is het belangrijk om met je kinderen stil te staan bij jouw behoeftes.
    • Leg de lat niet te hoog. Het is onmogelijk om thuis het onderwijs zoals kinderen dat gewend zijn volledig zelf te verzorgen. Je bent immers geen docent. Probeer dus in afstemming met wat de school eist niet nog eens extra druk op de kinderen te leggen om te presteren. Bewaak ook de vrijetijd. En in die vrijetijd is het weer belangrijk om een evenwicht te vinden tussen wat kinderen graag voor zichzelf willen doen (ruimte om zich terug te trekken), maar ook juist ruimte te maken voor bijzondere activiteiten die het gezin juist hechter kunnen maken.
    • Geef aandacht aan zaken die je wel kunt beïnvloeden in het gezin. Ik hoorde van een gezin dat op toerbeurt elke dag iets voor het bejaardencentrum om de hoek deed. Dat varieerde van het bakken van cupcakes door de oudste tot het schrijven van ansichtkaarten door de jongste. Maar ook de ouders deden een duit in het zakje. Moeder liet tulpen bezorgen en vader nam een filmpje op om het zorgpersoneel dat in het bejaardenhuis werkte te bedanken. Ik hoorde van een vader die elke vrijdag een escaperoom organiseerde in de eigen huiskamer. Een puber probeerde het hele gezin op de leiden tot goochelaar en een kleuter maakte van alle gehamsterde eetwaar een dominobaan in het huis. Probeer naast angst en onzekerheid en dat wat gedaan moet worden ook ruimte te maken om bijzondere dingen te doen. 
    Hoe kan ik mondelinge examens tóch door laten gaan?

    Koos van ’t Hul van CPS: ‘Het Centraal Schriftelijk komt weliswaar te vervallen, toch moeten de schoolexamens wel afgerond worden. De laatste stap bevat in veel gevallen het mondelinge examen. Veel scholen staan voor de vraag hoe zij dit het beste kunnen toetsen. Ik wil graag vier tips geven.’

    Techniek
    Als er iets is dat goed online te organiseren is, is het wel online vergaderen. Deze techniek kan bij de mondelinge toetsen dus prima van pas komen. Er zijn verschillende platforms waarop je online vergaderingen kunt organiseren, waarbij je gemakkelijk meerdere personen in één gesprek kunt toevoegen. Spreek in ieder geval het volgende af:

    • Wees op tijd genoeg om eventuele technische problemen nog op te lossen. Geef ook je telefoonnummer, mocht dat nodig zijn. Zo kan een leerling je bereiken als de internetverbinding het laat afweten.
    • Zowel je leerling als jij zoeken een afgezonderde, stille ruimte op
    • Gebruik oordopjes met een microfoontje. Bijna alle oordopjes van mobiele telefoons hebben dat en werken vaak ook op laptop of tablet.

    Stress
    Ten eerste: raak zelf vooral niet gestrest. Onder deze omstandigheden is het sowieso al een wonder dat er onderwijs en toetsen doorgaan, dus je doet het eigenlijk al bovengemiddeld goed! Voor kandidaten is het al spannend om een mondeling te doen, dat zal via internet niet anders zijn, misschien zelfs onder de omstandigheden iets stressvoller. Je kunt heel veel bereiken door extra te letten op je eigen houding en handelen. Wees dus zorgvuldig in het contact en besteed extra aandacht aan:

    • Contact maken: Informeer even hoe het gaat met je leerling, of het is gelukt om voor te bereiden en of je leerling gespannen is. Vertel ook zelf iets over hoe je de situatie ervaart, hoe je je werk doet op afstand, et cetera.
    • Volledig doornemen van de toets- en beoordelingsprocedure: Weten waar je aan toe bent geeft rust en duidelijkheid. Dit kun je ook in een filmpje doen en vooraf met je leerlingen delen. Daarnaast vat je de procedure nog eens kort en puntsgewijs samen bij aanvang van de toets. Ook vraag je vóór aanvang van het mondeling of de hele instructie begrepen is, en of je leerling vragen heeft over de procedure.

    Inhoud
    Een mondelinge taalvaardigheidstoets valt voor havo en vwo uiteen in twee delen: een gedeelte dat zich richt op gespreksvoering. In de meeste scholen worden deze aspecten in één mondeling afgetoetst. Mijn advies voor de inhoud van je mondeling is: houd het zo doelmatig mogelijk. Less is more. 

    Spreken: Het is via verschillende online platforms goed mogelijk om een presentatie of een terplekke gepresenteerde opdracht te delen. Op die manier kun je leerlingen iets laten presenteren, maar als docent ook om een opdracht te laten zien en de leerling daar direct op te laten reageren.

    • Opdrachten die ook online goed te gebruiken zijn, zijn de opdrachten van Cambridge Examens, Goethe of Delf. Zorg wel dat je leerlingen vooraf een aantal voorbeelden stuurt om mee te oefenen. Of neem bijvoorbeeld zelf een voorbeeld op of pluk er één van YouTube.
    • Wil je liever iets anders doen? Je kunt ook denken aan een gesprekje dat betrekking heeft op de eigen actualiteit, bijvoorbeeld een betoog over social distancing.
    • Gespreksvoering: Stem af op de leerling, bijvoorbeeld door een open vraag te stellen hoe ze thuis nu omgaan met hygiëne. Breng een actueel en passend onderwerp in, bijvoorbeeld in de vorm van een stelling. Je kunt dit onderwerp ook in duo’s laten bespreken terwijl jij als docent als 3e deelnemer aan het gesprek observeert en af en toe inspringt.

    Beoordeling
    Je kunt het mondeling het beste opnemen, let wel op dat je hiervoor toestemming vraagt aan je leerlingen. Bedenk hierbij ook dat je leerlingen toetst in hun thuissituatie, en mijn advies zou zijn om juist daarom extra zorgvuldig te zijn in de betrouwbaarheid van je toets en de feedback die je geeft: er zijn misschien ook ouders/verzorgers die er iets van kunnen vinden. Denk er in dit verband aan dat je met een videogesprek meer ziet dan wanneer je alleen audio gebruikt.

    Uiteraard hanteer je een zo transparant mogelijk beoordelingsmodel, bij voorkeur met zo expliciet mogelijk gemaakte waarnemingen, bijvoorbeeld Rubrics.  Laat je zo min mogelijk uit in oordelende bewoordingen als ‘goed, voldoende, slecht’ en houd het bij feitelijk waargenomen taaluitingen. Het is daarnaast voor leerlingen fijn als ze snel na het mondeling inhoudelijke feedback krijgen.  Vraag je leerling eerst hoe hij zelf vond dat het mondeling verliep, en wat goed ging en minder goed ging. Geef daarna je observaties en stem die af met je leerling.

    Als je een heel goed beoordelingsmodel hebt kun je wellicht meteen komen tot een cijfer, anders kun je het cijferoordeel wellicht beter even uitstellen zodat je  tijd hebt om dit zorgvuldig te doen. Je kunt achteraf altijd de opnames die je hebt gemaakt raadplegen als je twijfelt.

    Vragen? Koos van ’t Hul, k.vanthul@cps.nl of stel een vraag tijdens de online spreekuren

     

    Hoe houd je het groepsgevoel vast?

    Sigrid Bokkers van BCO Onderwijsadvies: ‘Hoe langer de periode duurt dat leerlingen elkaar niet in één fysieke ruimte kunnen ontmoeten, hoe lastiger het wordt om het groepsgevoel vast te houden. Maar hoewel het nooit optimaal zal zijn, kun je wel kleine interventies doen die een bescheiden bijdrage leveren aan het groepsgevoel.’

    • Organiseer gesprekjes, niet alleen individueel of met de hele groep, maar ook in subgroepjes. Heb het over hoe het gaat, zowel op persoonlijk niveau als op het niveau van het schoolwerk. Denk aan kringgesprekken of verlengde instructie, waarbij je eerst aandacht geeft aan ‘hoe gaat het met jullie’. Woorden en taal geven aan gevoelens is hierbij al voor sommige leerlingen een hele uitdaging.
    • Vorm duo’s, bijvoorbeeld rond rekenen (‘rekenmaatjes’), die samen aan de taken werken terwijl ze contact hebben met videobellen of WhatsApp.
    • Bouw samenwerkingsopdrachten in voor twee- of drietallen, waarbij leerlingen online moeten overleggen of werken aan taken. Organiseer combinaties waarbij je tutorleren realiseert. Geef aan bij welke opdrachten je ook gezellig mag kletsen, zoals bij creatieve opdrachten.
    • Organiseer af en toe een informele, virtuele bijeenkomst voor de hele groep. Hier staat niet het leren centraal, maar spel en ontspanning. Maak bijvoorbeeld een quiz met Kahoot of Socrative of laat die om toerbeurten voorbereiden door groepjes leerlingen.
    • Laat leerlingen om toerbeurt iets voor de groep maken. Denk aan puzzels, raadsels of recepten. Of aan een ‘vlog’ van de dag of week, waarin een leerling aan klasgenoten iets leuks mag vertellen of laten zien.De meeste leerlingen missen het groepsgebeuren enorm. Besteed aandacht aan dat gevoel, erken het en heb het erover in de gesprekken die je met je leerlingen hebt. Laat ze meedenken over oplossingen en aangeven wat ze prettig vinden.

      Tot slot: zodra de scholen weer open gaan, zal er behoefte aan zijn om expliciet aandacht te geven aan het opnieuw versterken van het groepsgevoel, net zoals in de zilveren weken (in januari na de kerstvakantie). Je kunt al nadenken over jouw aanpak daarbij. Welke activiteiten kunnen helpen om straks weer vlot een prettig pedagogisch klimaat op te bouwen met je groep

     

    Hoe bied je maatwerk aan (hoog)begaafde vo-leerlingen op afstand?

    Lineke van Tricht van Bureau Talent: ‘Het is belangrijk om op maat te blijven kijken naar de specifieke context van de (hoog)begaafde leerling. Een standaardoplossing is er niet. Sommige leerlingen zijn blij met de autonomie die ze nu hebben en hebben leerhonger naar meer. Andere hebben veel moeite om aan het werk te gaan, kunnen zich er niet goed toe zetten of weten niet hoe ze het moeten aanpakken.’

    • Heb oog voor de eigenheid van de leerling
      Inzoomen op de specifieke context van de leerling is ook bij deze leerlingen een sine qua non. Heeft de jongere een eigen plek waar er gewerkt kan worden? Is er een laptop beschikbaar? Is hun bijbaantje een economische noodzaak of juist een sociaal moment dat ze uit een moeilijke thuissituatie zijn? Ook voor (hoog)begaafde jongeren in het vo loopt niet alles op rolletjes. Actief luisteren is hier noodzakelijk.
    • Laat de leerling de leerstructuur bepalen
      Veel (hoog)begaafde leerlingen hebben een sterke autonomiebehoefte. Voorgeschreven schema’s en dagindeling wekken soms weerstand op. Besteed aandacht aan het waarom, stimuleer het zelf nadenken en reflecteren en geef ze vrijheid in het hoe. Ligt hun behoefte bij een vaste structuur of juist niet? Geef ze ruimte om te onderzoeken wat past bij hun leervaardigheid en persoonlijkheid.
    • Behoud contact met de leerling
      Sommige leerlingen denken veel en heel hard door. Hun analysevermogen kan zeer indringend zijn. Een vast chatmoment, videogesprek of zelfs 1-op-1 bijeenkomst op 1,5 meter afstand in de school kan ruimte bieden aan hun gedachtestroom. Een contactmoment biedt ook de mogelijkheid om verrijkende opdrachten te geven bij de reguliere leerstof en reguliere programma’s tegen het licht te houden.  Dit houd ze letterlijk bij de les.
    • Wees alert op ontbrekende leervaardigheden
      Het gebrek aan bepaalde leervaardigheden kan bij afstandsonderwijs duidelijk worden. Vragen naar hoe leerlingen opdrachten aanpakken is belangrijk. Je kunt bijvoorbeeld letterlijk een opdracht nemen en een leerling vragen om hardop te denken. Zo kom je er snel achter of hij/zij in staat is om het eigen leren en denken te structureren. Plannen, concentratie, zelfstandig werken zijn drie leervaardigheden die in de huidige situatie onontbeerlijk zijn. Daarnaast zijn emotieregulatie en discipline/motivatie in deze bijzondere tijd zeer belangrijke competenties. Misschien is het wel nodig te starten met een training leervaardigheden.
    • Houd aandacht voor leerproces en feedback
      Ook (hoog)begaafde leerlingen hebben iemand nodig die aandacht heeft voor hun leerproces en hebben het nodig om feedback te krijgen op hun werk. Een valkuil is om te denken dat (hoog)begaafde leerlingen geen aandacht nodig hebben voor leerproces en resultaat. Dat is een misvatting. Ook zij hebben deze aandacht nodig. Mocht de eigen docent dat nu niet kunnen bolwerken, kijk dan of er een andere medewerker in of buiten de school is die de begeleiding tijdelijk over kan nemen.
    • Zorg dat ze genoeg te doen hebben
      Een deel van de (hoog)begaafde leerlingen is supersnel klaar met het opgegeven werk. Ze hoeven niet meer te wachten op instructie en kunnen in hun eigen tempo gaan. Dat betekent dat er ruimte, veel ruimte over is. Om deze leerlingen toch aan de school verbonden te houden, is het aanbieden van verrijkingsprojecten zinvol. Ook met het oog op de toekomst, want hoe gaan we deze leerlingen straks gemotiveerd houden als de scholen weer opengaan en ze hele dagen in de schoolbanken zitten? Daarover meer in een volgende bijdrage…
    Hoe zet je ‘thuis’ in als een contextrijke leeromgeving?

    Erno Mijland van BCO Onderwijsadvies: ‘Voorlopig is thuis de plek waar leerlingen onderwijs krijgen. Er valt gedurende een lange periode veel voor ze weg: het samen op één plek zijn, de leraar binnen handbereik, maar ook de school met alle leermiddelen. Ofwel: de contextrijke leeromgeving. Middelen zijn deels redelijk gemakkelijk naar thuis te distribueren, digitaal of in pakketjes. Maar hoe maak je het leren actief en uitdagend voor de leerlingen in de thuissituatie?’

    Een kans om ‘thuis te zien als een contextrijke leeromgeving, die volop mogelijkheden biedt voor het uitvoeren van interessante opdrachten. Denk aan een gerecht maken en daar een vlog van maken, een proefje doen, iets onderzoeken. Voorbeelden van opdrachten zijn dan: 

    • Zoek uit wat het oudste elektrische apparaat is in je huis. Zoek op internet naar informatie over dit apparaat. Schrijf een gebruiksaanwijzing van maximaal 250 woorden met een foto van het apparaat en lever die in.
    • Zo lang niet naar school kunnen. Thuis moeten blijven. Maak de voorpagina van een krant. Interview je huisgenoten over deze situatie, maak een foto van de ruimte waar je je schoolwerk doet. Hoe je de rest van de krant vult mag je helemaal zelf weten. Gebruik Nieuwstool.

    Online komen nog veel meer voorbeelden voorbij van creatieve opdrachten die gebruik maken van ‘thuis’ als leeromgeving.  

    Een goede thuisopdracht is duidelijk, interessant en liefst aansluitend bij de leerstof of – bij thematische onderwijs – het thema. Omdat leerlingen al veel digitaal moeten doen: geef ze een opdracht waarbij ze de fysieke wereld gebruiken. Daag ze uit om hun kennis van de wereld, van taal en rekenen, toe te passen. Maar bedenk ook bij de opdracht hoe je hem zo kunt maken dat hij niet teveel tot extra belasting van ouders zorgt. Bepaal of het een ‘mag’-of ‘moet’-opdracht is, geef ruimte voor eigen invulling en bedenk hoe leerlingen laten zien wat ze gedaan of gemaakt hebben. Tot slot: als het past, laat leerlingen in duo’s of kleine groepjes samenwerken. 

    Op zoek naar inspiratie? Kijk naar deze tips voor opdrachten.

    Hoe wordt afstandsleren meer dan een instructie?

    Erno Mijland van BCO Onderwijsadvies: ‘Afstandsleren wordt krachtiger als je voor een goede didactische structuur zorgt. Het denken vanuit de verschillende stappen van een didactische cyclus kan helpen bij het ontwerp van je les. Bedenk bij elke stap: hoe kan ik dit ook online realiseren?’

    • Doel en voorkennis: voorafgaand aan de instructie weet de leerling wat het doel is, ze halen hun voorkennis over het onderwerp op. Kondig het doel van de les expliciet aan in de aankondiging. Gebruik een schaalvraag, bijvoorbeeld met mentimeter.com, om te vragen hoe de leerlingen hun voorkennis inschatten.
    • Instructie / kennisoverdracht: geef een korte instructie en wissel af met interactiemomenten met de leerlingen. Bouw een vragenrondje in of stel bijvoorbeeld een open vraag waarop de leerlingen kunnen reageren in het chatkanaal bij je online les.
    • Verwerking van de inhoud: bedenk een opdracht die ervoor zorgt dat de leerling met de informatie gaat oefenen, maken of onderzoeken. Geef ze bijvoorbeeld een werkblad of laat ze een foto maken en insturen van iets dat ze gemaakt hebben.
      Presenteren / toetsen: de leerling laat op een of andere manier zien de stof te begrijpen. Gebruik bijvoorbeeld een digitale toets of laat ze in groepjes een korte presentatie maken.
    • Presenteren / toetsen: de leerling laat op een of andere manier zien de stof te begrijpen. Gebruik bijvoorbeeld een digitale toets of laat ze in groepjes een korte presentatie maken.
    • Valideren: de leraar beoordeelt of de leerling de stof begrijpt. Plan eventueel een extra moment in voor het werken met een groepje dat herhaling of extra ondersteuning nodig heeft. Juist nu kun je heel goed differentiëren!
    • Evalueren: een terugblik op het leerproces, samenvatten van de opbrengsten. Vraag aan je leerlingen terugkoppeling op je les. Een digitale oplossing? Kijk eens naar https://app.onzeles.nl/ van leerKRACHT.