Het kabinet heeft afgelopen vrijdag het nieuwe regeerprogramma gepresenteerd. Het regeerprogramma bevat de nadere uitwerking van de afspraken die de coalitie op hoofdlijnen heeft gemaakt. Het kabinet geeft aan dat zij de komende maanden gesprekken zullen voeren met onder andere leraren, schoolleiders, bestuurders, leerlingen en ouders om samen te werken aan een Herstelplan voor de kwaliteit van het onderwijs. Dit plan moet eind 2025 volledig klaar zijn en legt de nadruk op basisvaardigheden als lezen, schrijven en rekenen.
Focus op basisvaardigheden en curriculumvernieuwing
Een belangrijk onderdeel van het Herstelplan is de focus op lezen, schrijven en rekenen. Om de werkdruk te verlichten en meer samenhang te creëren, wordt het curriculum aangepast. Hierbij worden de kerndoelen herzien en aangescherpt. Hoewel de focus van het Herstelplan op lezen, schrijven en rekenen ligt geeft het kabinet aan aandacht te hebben voor burgerschap en digitale geletterdheid. Zo worden de kerndoelen voor burgerschap in de wet verduidelijkt. Ook voor het mbo wordt de wettelijke burgerschapsopdracht verduidelijkt. Hoe het kabinet aandacht gaat schenken aan digitale geletterdheid is nog niet in het regeerprogramma uitgewerkt. Daarnaast wordt van leraren verwacht dat zij met wetenschappelijk onderbouwde methodes werken, en zal de toetskwaliteit worden verbeterd. Zolang het niveau van lezen, schrijven en rekenen niet op orde is, wordt van vervolgopleidingen, zoals het mbo, verwacht dat ze studenten bijspijkeren.
Duidelijkheid in rollen en financiering funderend onderwijs
Het kabinet wil de regeldruk voor leraren en schoolleiders verder verlagen door hen duidelijke langetermijndoelen en structurele financiering te bieden. Dit helpt hen zich te richten op structurele taken, zoals professionalisering en samenwerking. Ook wordt er eerder ingegrepen wanneer besturen hun wettelijke en maatschappelijke verantwoordelijkheden niet nakomen. Daarnaast streeft het kabinet ernaar dat financiële middelen zoveel mogelijk terechtkomen in de klas, door heldere normen te stellen voor onderwijspersoneel en overhead. Voor kleine scholen in dunbevolkte gebieden wordt de huidige kleinescholentoeslag omgevormd naar een dunbevolktheidstoeslag om zo te voorkomen dat de laatste scholen in deze regio’s verdwijnen.
Aanpak lerarentekort en administratieve lastendruk
Het kabinet zet zich in voor het terugdringen van het lerarentekort door zij-instroom te bevorderen en het beroep aantrekkelijker te maken. Daarnaast wil men meer mannen voor de klas door nieuwe pabo-opleidingen in te voeren. Met het Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid wordt goed werkgeverschap gestimuleerd en externe inhuur van leraren beperkt. Verder wordt er gewerkt aan het verminderen van regeldruk en administratieve lasten, waarbij een onderzoek van de Algemene Rekenkamer in 2025 een belangrijke rol speelt. Het kabinet zal de vorming van de onderwijsregio’s stimuleren.
Veilig leerklimaat en inclusief onderwijs
Een ander speerpunt van het kabinet is het waarborgen van een veilig leerklimaat. Het wetsvoorstel ‘Vrij en veilig onderwijs’ introduceert onder andere een meldplicht voor ernstige incidenten en een verplichte aanstelling van vertrouwenspersonen in het funderend onderwijs. Voor het mbo, hbo en de universiteiten komt er een zorgplicht voor sociale veiligheid. Daarnaast wordt passend onderwijs verbeterd, met als doel om meer leerlingen de ondersteuning te bieden die ze nodig hebben binnen reguliere scholen, en wordt er verder toegewerkt naar inclusief onderwijs.
Maatschappelijke aanpak voor onderwijssucces
Het kabinet zet de financiering van gratis schoolmaaltijden voort en biedt extra ondersteuning aan scholen met de 5% relatief hoogste onderwijsachterstanden via het programma School en Omgeving. Dit programma wordt vanaf 2028 structureel gefinancierd. De manier van financieren wordt nog uitgewerkt. Ook worden bibliotheken versterkt om laaggeletterdheid tegen te gaan en leesvaardigheid en digitale geletterdheid te bevorderen, met als doel een doorlopende leeslijn van nul tot honderd jaar.
Onderwijs en onderzoek voor de toekomst van Nederland
In het regeerprogramma wordt ook aandacht besteed aan het opleiden en onderzoeken voor de toekomst. Zo wordt praktijkgericht onderwijs versterkt, bijvoorbeeld door de structurele verankering van de praktijkgerichte havo. Daarnaast komt er een wetsvoorstel dat jongeren helpt bij de overgang van school naar werk, met speciale aandacht voor sectoren met een personeelstekort, zoals zorg, techniek en onderwijs. Het kabinet blijft inzetten op een leven lang ontwikkelen (LLO), waarbij drempels voor deelname aan bijscholing worden verlaagd. Met mbo-instellingen, werkt het kabinet aan een stabiele bekostiging, zodat zij bij dalende studentenaantallen een goed onderwijsaanbod op peil kunnen houden, in het bijzonder opleidingen die voor de regio vitaal zijn.
Bezuinigingen en herzieningen
Ondanks de investeringen moet het kabinet ook bezuinigen. Zo stopt per 2025 de subsidieregeling voor brede brugklassen en wordt het programma School en Omgeving vanaf 2026 met €155 miljoen gekort. De financiering van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) wordt vanaf 2030 verlaagd, en er wordt minder geïnvesteerd in nieuwe wetenschappelijke infrastructuur.
Tot slot heeft het kabinet bezuinigingen doorgevoerd op subsidies in de begroting van het ministerie van OCW voor 2025. Daarnaast zal het met een plan komen voor verder bezuinigingen vanaf 2026. De details hiervan worden later gepresenteerd.