De eerste 100 dagen van Elard Pijnaken

Sinds 1 januari 2020 is Elard Pijnaken de nieuwe directeur-bestuurder van BVS Schooladvies. Zijn eerste 100 dagen zitten er inmiddels op. Wij zijn benieuwd naar zijn ervaringen.

Begin dit jaar begon je als directeur-bestuurder van BVS, kun je iets vertellen over deze stap?
“Ik was al zo’n 2,5 jaar één dag in de week adviseur bij BVS en werkzaam als rector op het Marecollege in Leiden. Hans Passenier, mijn voorganger had al eens een balletje opgegooid, maar ik was toen nog niet zo lang rector en kon de bal niet opvangen. Zijn vraag grensde wel aan mijn ambitie, het leek me wel heel inspirerend om voor de troepen uit te lopen in vrijeschoolonderwijsland en te onderzoeken welke vragen er vanuit de toekomst op vrijescholen afkomen en ze hierbij ondersteunen.”  

Halverwege maart werden alle scholen gesloten. Wat hield dit in voor jullie?
“Het was bizar. Zeker de eerste paar dagen, opeens valt het werk stil en missen we een hele klap omzet. Hoe gaan we daar financieel mee om? Hoe blijft de club gezond? Dat was best even spannend. En ook zorgelijk, zeker die eerste dagen was ik samen met de adviseurs best moedeloos. Mijn strategie was om er als BVS voor alle leraren te zijn en mensen te verbinden. We gaan helpen waar het kan en we hoeven niet per se geld te verdienen. Dat gaf rust. En bood ruimte om op een andere manier naar de situatie te kijken. We hebben scholen gebeld en gevraagd hoe het met ze gaat en hen ondersteund waar nodig. We hebben ook een helpdesk ingericht voor ouders en leraren. We waren hierdoor bereikbaar voor allerhande vragen zoals ‘Help, mijn kind komt niet aan het werk’ of ‘Wat kan ik doen als leerlingen onder de radar verdwijnen?’ We deden dit ook voor niks. We hebben allerlei meet-ups georganiseerd om kennis te delen. Want hoe ga je nu bijvoorbeeld een kunstvak op afstand verzorgen of scheikundige proefjes op afstand demonstreren? En voor de hele kleine kinderen? Die wil je niet de hele dag achter zo’n schermpje hebben, maar ook niet uit het oog verliezen. Hoe kun je dat dan vormgeven? Het was om een verbindend platform te zijn. Leraren met vragen te koppelen aan leraren die op deze vragen juist antwoorden hadden gevonden. Tijdens deze online Meet Ups konden leraren hun expertise uitwisselen waardoor heel snel verbeterslagen gemaakt konden worden. Maar ook de vergaderingen van BVS gaven we tweewekelijks vorm online. Dat was effectief, want onze adviseurs wonen door het hele land, van Castricum tot in Maastricht. Online meetings zijn ideaal om op afstand toch nabij te zijn.  Het boorde ook een mate van creativiteit aan bij zowel adviseurs als leraren. Je ziet ze hun gewoontes en conventies loslaten om nieuwe dingen te ontdekken.”

“Het is interessant voor ons wat voor kennis er opgedaan is tijdens het afstandsonderwijs. Wat werkt wel, wat werkt niet en wat moet je gewoon laten. Dit is wel het momentum om alle vrijescholen hierbij te betrekken.  Het viel me op dat zowel op vrijescholen als reguliere scholen iedereen het zó anders aanpakte. Volgens mij is het goed om een aantal best practises op te halen, en dat terug te geven aan de scholen; doe daar je voordeel mee. Wel vind ik dat er meer gereflecteerd mag worden op wat je doet en waarom je dat doet. En natuurlijk, met een crisis ga je gelijk handelen omdat je je leerlingen niet in de steek wilt laten. We moeten in contact treden met onze leerlingen. En dat gaan we zo goed en kwaad als we dat kunnen doen. Dan zag je ook dat iedereen als een dolle aan de slag ging. Dat is fantastisch maar, of er daadwerkelijk goed nagedacht is…”

Waar ben je het meest trots op in deze eerste 100 dagen? Of waar kijk je met plezier op terug?
“Ik mag leidinggeven aan een fantastisch team van bevlogen adviseurs die moedig een ongewisse toekomst tegemoet gaan! Daarnaast ben ik trots op onze eerste meet-up in coronatijd. Het was even afwachten hoeveel mensen zouden deelnemen en of het ook zou ‘werken’.  Het was immers voor ons ook nieuw. En het werkte, we hadden ca. 90 deelnemers. Je zit in een soort van letterbak te kijken met 90 kleine kamertjes met mensen erin. Op afstand en toch erg intiem. Mensen waren enthousiast, ook om elkaar te zien. Ik had een soort antropologische verbazing over het feit dat je met zoveel mensen uit alle windstreken met samen kunt zijn. En ook dat het ertoe kan doen. Dat je kan geven en halen via zo’n scherm. Daar werd ik blij van.”

“Ik vond ik het fascinerend dat in een crisis alles onder een vergrootglas ligt. Wat doet ertoe en wat niet? En hoe wezenlijk is contact. Wat doet het met je als het natuurlijke contact niet meer mogelijk is?  Ik werd mij er extra van bewust dat het onderwijs echt een sociale opdracht heeft. Dat taal en rekenen belangrijk zijn, maar ook het samen leren en samenleven in en buiten de klas. En dat tijdens een crisis het noodzakelijk is om leerlingen weerbaar te maken en ervoor te zorgen dat zij lekker in hun vel steken, superbelangrijk is. Dat je in staat bent je te verbinden met anderen en zo beweeglijk bent dat je tegen zoveel onzekerheid opgewassen bent. Dat je een innerlijk kompas hebt. Sterk genoeg om niet bij de pakken neer te gaan zitten.”

“Ik heb me daarnaast verbaasd met wat voor gemak de CITO eindtoets en het Centraal Examen in de ban zijn gedaan. Zijn resultaten dan toch niet zo belangrijk als het crisis is? Bestaat het, onderwijs waarbij het leren belangrijker is dan de toets? We zijn gedrild om resultaten te behalen. Of het nu om de CITO toetsen gaat met al die aanverwante bijscholingscursussen die met name rijke ouders kunnen betalen. Als leren leuk is en toetsen alleen ingezet worden om het leerproces te bevorderen dan zal het onderwijs er wellicht anders uit komen te zien.  Als we het leren weer voorop kunnen stellen en de toetsen hier ondergeschikt aan maken, dan is het misschien ook minder belangrijk op welk niveau je kunt instromen op het vervolgonderwijs.”

Wat was een moeilijk moment in deze eerste 100 dagen?
“De hele functie was al nieuw, en het met elkaar doen, en die functie opnieuw uitvinden in tijden van crisis, dat vond ik wel even pittig. Jeetje, we lopen tonnen omzet mis, ga ik nou dat signaal afgeven, richting de adviseurs, of buig ik het om en vraag ik gewoon de subsidie aan en moet ik vertrouwen uitstralen en gaan we er gewoon voor zorgen dat we er zijn en ertoe doen. Daar heb ik wel een nachtje van wakker gelegen. De Coronamonitor van EDventure gaf ook even houvast, we hebben het niet eens zo slecht gedaan ten opzichte van de andere adviesbureaus. En fijn, we hebben minder gebruik hoeven te maken van de NOW. Het geeft houvast om in deze tijd bij een branchevereniging te horen. Tegelijkertijd blijft het natuurlijk ook wat abstract omdat je je eigen broek hebt op te houden. De zoektocht blijft: Hoe kunnen we elkaar versterken en met elkaar het verschil maken. Hebben we voldoende gelijkvormige visie op onderwijs. Van waaruit we werken en waarin we elkaar kunnen versterken.”

Hoe kijk je uit naar de komende 100 dagen?
“Dat scholen open zijn. Onderwijs kan best even op afstand. Maar wat een verademing om weer op scholen te komen met echte mensen. Dat hoor ik ook terug van ouders en kinderen.  Daar verheug ik me op de komende 100 dagen. Ook hoop ik bij een eventuele volgende lockdown – dat we deze beter kunnen opvangen en naast de leerprestaties ook aandacht hebben voor sociale processen en persoonsvormende elementen. Maar het is ook een probleem als we ons werk niet meer kunnen doen in de scholen. Normaal is 75% van ons werk in school. Ik heb nu meer ingezet op de pijlers onderzoek en publicatie, scholing en opleiding, zo zijn we minder afhankelijk of een school open is of niet. Maar het grootste deel van ons werk vindt nog steeds binnen de klas plaats.”

 

De eerste 100 dagen van Elard Pijnaken