Prinsjesdag 2025 – Onze afdronk

Vandaag is het Prinsjesdag waarbij de begrotingen voor het onderwijs in 2026 bekend zijn gemaakt. Opvallend is dat de totale begroting voor het funderend onderwijs vrijwel gelijk blijft, maar dat zich een aantal verschuivingen hebben voorgedaan.

1. Basisvaardigheden (Masterplan)
Met het Masterplan basisvaardigheden (taal, rekenen, digitale geletterdheid en burgerschap) worden scholen extra ondersteund. Voor 2026 is €164,3 miljoen beschikbaar voor PO en €87,3 miljoen voor VO. Scholen ontvangen nu middelen via subsidies. Vanaf 2027 ontvangen schoolbesturen (gerichte) bekostiging voor het verbeteren van basisvaardigheden. Dit is een enorme daling ten opzichte van 2025 (in het PO €210 miljoen en in het VO €152 miljoen). OCW duidt dit grotendeels als gevolg van de overgang naar structurele bekostiging vanaf 2027 en verschillen in betaalritme.
In het kader van de duurzame verankering van de middelen voor leesbevordering is structureel € 15,3 miljoen toegevoegd aan deze (gerichte) bekostiging

2. Gelijke Kansen & Onderwijsachterstanden
De lobby van de onderwijssector voor kansengelijkheid heeft ertoe geleid dat de Onderwijskansenregeling blijft bestaan. Hiervoor trekt OCW € 185,9 miljoen structureel uit. Het programma School & Omgeving wordt beperkt voortgezet, zoals vorig jaar al is ingezet.

  • School & Omgeving: PO € 166,7 miljoen, VO € 111,8 miljoen (2026).

3. Professionalisering en arbeidsmarktbeleid
Het budget voor verdere professionalisering van het personeel en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders (PBSS) is per 2026 toegevoegd aan de reguliere bekostiging instellingen voor primair Onderwijs. Dit verandert de zichtbaarheid in aparte regelingen.
Daarnaast is er het Nationaal Groeifonds-project NAPL voor professionalisering van leraren.
Het beschikbare bedrag in 2026 voor financiering van de onderwijsregio’s en het stimuleren en ondersteunen van hun verdere ontwikkeling is € 272,4 miljoen. De onderwijsregio’s ontvangen deze subsidie voor de komende vier jaren in 2026. De aanpak van het lerarentekort in de G5-steden wordt vanaf 2026 onderdeel van onderwijsregio’s.

4. Digitale geletterdheid & digitalisering
Investeringen lopen via de programma’s van het Nationale Groeifonds (Npuls, Edu-V, Digitaal Onderwijs Goed Geregeld). De programma’s lopen door vanaf 2025.
Het programma Impuls Open Leermateriaal (€ 40,0 miljoen toegekend en € 38,0 miljoen voorwaardelijk) heeft als doel de onderwijskwaliteit van het funderend onderwijs te verbeteren door te investeren in goed gebruik van hoogwaardig open leermateriaal. Voor 2026 is op het subsidiebudget van Impuls Open Leermateriaal € 1,9 miljoen beschikbaar en op het subsidie budget van Kennisnet op artikel 3 (Voortgezet onderwijs) € 9,9 miljoen. Voor Digitaal Onderwijs Goed Geregeld werkt Stichting Edu-V aan een keurmerk voor eenvoudige, veilige en betrouwbare digitale gegevensuit wisseling in het primair, voortgezet, speciaal en middelbaar beroepson derwijs in Nederland. Voor dit keurmerk richt Edu-V zich op afspraken rond digitale gegevensuitwisseling tussen scholen en leveranciers zodat leermiddelen voldoen aan belangrijke eisen op het gebied van informatiebeveiliging en privacy. Voor 2026 is hier een subsidiebudget van € 3,8 miljoen voor beschikbaar.

5. Programma ontwikkelkracht
Het programma Ontwikkelkracht investeert in het lerend vermogen van het onderwijs, door te bouwen aan een stevige kennisinfrastructuur voor het funderend onderwijs. Ontwikkelkracht is er voor leraren en schoolleiders in het funderend onderwijs die de ontwikkeling van hun leerlingen en hun eigen vakmanschap willen versterken. Voor 2026 is hier een subsidiebudget van € 25,0 miljoen voor beschikbaar.

6. Onderwijs aan zieke leerlingen (OZL/Ziezon)
Voor onderwijs aan zieke leerlingen is € 10,2 miljoen beschikbaar 2026. Dit is conform de berichtgeving van OCW aan de klankbordgroep Besturen OZL. Wat echter direct opvalt is dat subsidie aan Netwerk Ziezon niet is opgenomen in deze begroting, wat vorig jaar wel het geval was.

Prinsjesdag 2025 – Onze afdronk