Op 3 april vond in de Tweede Kamer het commissiedebat Digitalisering en Leermiddelen in het Funderend Onderwijs plaats. Voor Onderwijsontwikkeling Nederland stond dit debat in het teken van een duidelijke oproep: digitalisering in het onderwijs vraagt om visie, regie en structurele ondersteuning. De gestelde Kamervragen sluiten deels aan bij onze zorgen, maar onderstrepen tegelijkertijd hoeveel er nog ontbreekt aan een samenhangende aanpak.
Goede vragen, maar nog weinig antwoorden
Het is positief dat Kamerleden aandacht vragen voor ondersteuning bij de implementatie van digitale geletterdheid. D66 vroeg terecht hoe scholen geholpen worden om de nieuwe kerndoelen te vertalen naar de praktijk. De staatssecretaris verwees daarbij naar lerarenopleidingen en aanvullende maatregelen voor zittende leraren. Ook komt er in het herstelplan meer informatie over deze ondersteuning.
Maar wat ontbreekt, is een overkoepelende visie op digitalisering in het onderwijs. Hoe zorgen we ervoor dat digitale technologie daadwerkelijk bijdraagt aan de onderwijskwaliteit? En hoe voorkomen we dat dit blijft hangen op incidentele inzet, afhankelijk van individuele scholen?
Kerndoelen alleen zijn niet genoeg
De aankondiging dat de kerndoelen Digitale Geletterdheid vanaf augustus 2027 formeel van kracht worden, is een stap vooruit. Maar zonder structurele ondersteuning en duidelijke kwaliteitskaders blijven deze kerndoelen vrijblijvend. Zoals we eerder stelden: kerndoelen zonder visie op implementatie lossen niets op.
